Voor woningen met energielabel C tot en met G bedraagt die korting 0,1 procent als de verduurzaming binnen zes maanden na aankoop is gerealiseerd. Huizen die al een A- of B-label hebben, krijgen meteen 0,05 procent korting op het standaard rentetarief. Dergelijke constructies bestaan al langer voor consumentenhypotheken. Voor zakelijke vastgoedfinancieringen is het volgens Wessels nieuw.
Wie doen jullie hier een plezier mee, de vastgoedbelegger of de funder van De Nederlandse?
“Alle partijen. We zien dat institutionele beleggers steeds meer interesse krijgen in groene beleggingen. De green bond principles zijn er al, maar nog niet geformaliseerd. Daarmee zullen investeerders eenvoudiger kapitaal kunnen alloceren naar dit soort assets. Dan wordt het voor ons interessanter om geld naar ons toe te trekken tegen betere condities. En voor de vastgoedbelegger wordt het interessanter om tegen een lagere rente een betere exploitatie te voeren. En voor huurders is het interessant omdat ze in een betere woning terecht komen. Maar het belangrijkste is dat er verduurzaamd wordt.”
Krijgen intermediairs die De Nederlandse adviseren regelmatig de vraag of er ook groene alternatieven zijn?
“Niet zoals op het niveau van de consumentenmarkt, nee. Er is schaarste op de woningmarkt. Dus beleggers kijken ook naar panden met een wat minder energielabel. Dat zijn panden die over het algemeen wat lager geprijsd zijn. Op het moment dat ze daarin beleggen en met onze hypotheek kunnen besparen door nog een label te verbeteren, dan zullen ze daar zeker gemotiveerd door raken. Dat is het begin waartoe we willen aanzetten. Als er een product is, zal ook het bewustzijn volgen.”
Een pand dat van label G naar F gaat, krijgt een hogere rentekorting dan een pand dat bij aanvang al label A heeft. Hoe motiverend is dat?
“Als je een pand met een label A of B hebt, dan belast je het milieu al minder. Dat is prima, dan kun je een korting krijgen. Maar wat we in de consumentenmarkt zien, is dat een aantal partijen alleen nog maar A- en B-labels binnenhalen. Daarmee loop je het gevaar op termijn dat de mindere labels niet meer financierbaar worden. Waar wij echt in geloven is dat als je die mindere labels omhoog krijgt, je veel bijdraagt aan de verduurzaming.”
Je loopt een risico dat je een duurzaam hypotheekproduct lanceert, terwijl je portefeuille straks helemaal gevuld is met E- en F-labels.
“Ja. Dat gevaar bestaat. Het voordeel van beleggershypotheken ten opzichte van consumentenhypotheken is dat de rentevaste periodes korter zijn. Hoewel de korting voor de volledige looptijd geldt, zie je dat beleggers vaker herfinancieren om bijvoorbeeld liquiditeit vrij te maken voor nieuwe aankopen. Op dat moment kun je wel weer voor een korting in aanmerking komen, maar dan zul je ook opnieuw een stap moeten maken. Natuurlijk zijn er altijd methodes om het nog verder te stimuleren, maar met deze methode hebben we een weg gevonden om ook die mindere labels te verbeteren.”
De Nederlandse bestaat als label nu een jaar. Bij oprichting was de ambitie om voor 100 miljoen aan financieringen te verstrekken. Is dat gelukt?
“Meer dan gelukt. We hebben ruim 100 miljoen weggezet. Het was een bizar jaar. Onze buitendienst stond klaar om het salesprogramma uit te rollen richting de intermediairs, om vervolgens hun auto weer in de parkeergarage te zetten toen de lockdown kwam. Maar het is toch gelukt om het product en het merk goed onder de aandacht te krijgen. Vanaf april kwamen er aanvragen binnen en vanaf mei hebben we elke maand de productie verdubbeld.”
Kunnen inmiddels ook andere adviseurs dan alleen de gespecialiseerde kantoren De Nederlandse adviseren?
“We zijn aan het verruimen. Werken ook samen met Van Bruggen, we zijn bezig met VCN en met de Hypotheekshop. We zien dat er steeds meer besef komt bij adviseurs die alleen particulier adviseren, dat onder hun klanten ook vastgoedbeleggers zitten. Die kunnen voor hun particuliere hypotheek wel bij een adviesketen terecht, maar voor zijn vastgoedportefeuille weer niet. Dat besef dringt door, daar gaan we met de Nederlandse op in springen.”
Bron: AMweb